woensdag 31 augustus 2016

Emission Uitzending 31 / 08 / 2016


De volledige uitzending - l'émission entière
Le Vocabulaire - Wat hebben wij vandaag geleerd? 
l'Histoire Belge - Jean TOOTS Thielemans

Histoire Belge: Jean - TOOTS - Thielemans


Jean Baptiste Thielemans werd geboren in Brussel, in de populaire wijk van de Marollen. Zijn vader en moeder houden een café in de Hoogstraat waar muziek gespeeld wordt en Jean houdt van muziek. Hij is drie als hij van papa zijn eerste accordeon krijgt. Hij wordt de ster van het café.
In 1939 ziet hij een film waarin iemand mondharmonica speelt. Jean leert ‘mondmuziekske’ spelen. Tijdens de tweede wereldoorlog hoort hij Jazz in de cafés van Brussel en hij leert gitaar. En hij is goed, de groten van de muziek willen hem in hun orkest. Benny Goodman en Bobbejaan Schoepen kloppen aan zijn deur. De aanvragen blijven komen van ver en in 1951 verlaat Jean, die ondertussen door iedereen Toots wordt genoemd zijn geliefde Brussel en gaat in Amerika samenspelen met de groten. Charly Parker, Peggy Lee, Ella Fitzgerald, Quincy Jones, Jaco Pastorius, Pat Metheny, Billy Joel, Paul Simon, Sting… ze stonden allemaal met Toots op het podium en Toots speelde zijn mondharmonica, bijzonder als je weet dat Toots al van kindsbeen astma heeft. Toots is een internationale ster, maar hij blijft boven alles een ketje, een gewone Brusselair.
In 1981 wil zijn gezondheid niet meer mee, hij krijgt een beroerte en kan zijn linkerarm niet meer gebruiken. Het is het einde van het gitaar spelen, maar fluiten en mondharmonica spelen, dat kan hij nog altijd als de beste.

Zijn bekendste lied, componeert hij in 1962, Bluesette, dat hij al fluitend, met de mondharmonica, met de gitaar en in alle mogelijke bezettingen heeft opgenomen. Maar de echte Toots hoor je als hij improviseert en verhalen vertelt met zijn muziek.
Vorige week is Toots overleden, hij was 94 jaar, maar zijn muziek blijft altijd bestaan. 





Jean Baptiste Thielemans est né à Bruxelles, dans le quartier populaire des Marolles. Ses parents tiennent un café Rue Haute ou chaque soir des musiciens jouent leur musique. Jean adore la musique. À trois ans son papa lui donne un cadeau, c’est un accordéon. Jean devient la star des soirées.
En 1939 Jean voit un film avec un acteur qui joue l’harmonica, il apprend à jouer cet instrument. Pendant la deuxième guerre mondiale il entend le jazz dans les cafés de Bruxelles et apprend à jouer la guitare. Il est un excellent musicien. Les stars de la musique veulent ce Jean dans leur orchestre. Bobbejaan Schoepen, mais aussi Benny Goodman frappent à sa porte. Les demandes viennent de loin et en 1951 Toots, comme il se fait nommer entretemps, déménage de Bruxelles vers l’Amerique ou il joue avec les plus grands. Charly Parker, Peggy Lee, Ella Fitzgerald, Quincy Jones, Jaco Pastorius, Pat Metheny, Billy Joel, Paul Simon, Sting… Tous sont montés sur le podium à côté de Toots et Toots joue surtout l’harmonica. Ce qui est spéciale si tu sais qu’il souffre d’asthme depuis son plus jeune âge. Toots est une star internationale, mais avant tout il reste un ketje (ketje est le surnom des vraies Bruxellois)
En 1981 il a des problèmes de santé et une attaque cérébrale lui paralyse le bras gauche. Il ne peut plus jouer la guitare mais il siffle et joue l’harmonica encore plus qu’avant.

Il compose sa chanson la plus connue en 1962. Il enregistre Bluesette en sifflant, avec son harmonica, avec la guitare en avec beaucoup de ces groupes. Mais on entend le vraie Toots quand il se met à improviser et à raconter des histoires avec sa musique.

La semaine passée, Toots est décédé à l’âge de 94 ans, mais sa musique continue … pour toujours. 

woensdag 24 augustus 2016

Emission Uitzending 24 / 08 / 2016


De volledige uitzending - l'émission entière
l'Histoire Belge - Lucien Storme



Lucien Storme, une histoire Belge

Voor deze eerste “histoire Belge” ga ik jullie het verhaal vertellen van Lucien Storme.









Lucien is geboren in 1916 in het mooie Nieuwkerke (in de buurt van Belle, juist over de Schreve in België.

Lucien begint al vroeg te koersen, hij is coureur en rijdt eerste voor een club uit Rijsel.
In 1938 wordt Lucien lid van de ploeg ‘Mercier’ en het is dan dat de grote successen er aan komen.
In april 1938 wint hij de schoonste koers van Vlaanderen: Parijs-Roubaix.
In 1939 start hij in de Ronde van Frankrijk en hij wint een rit.

Alles gaat fantastisch tot in 1940 de oorlog begint.
Er wordt in oorlogstijd bijna niet meer gekoerst en Lucien moet anders zijn kost verdienen.
Omdat hij de streek van Ieper tot Rijsel en van Kortrijk tot Duinkerke kent als zijn broekzak, wordt Lucien smokkelaar.

Eerst is het met de fiets, later met de moto, zelfs een auto en uiteindelijk een vrachtwagen.
Het is met die camion dat hij tegengehouden wordt door een Duitse patrouille in Armentières in december 1942.
In maart 1943 komt Lucien voor de Duitse rechtbank in Rijsel, hij wordt veroordeeld en bij het verlaten van de rechtzaal, probeert Lucien te ontsnappen.

Lucien wordt overgebracht naar het gevangenenkamp van Siegburg (in Duitsland), waar hij verblijft tot de oorlog voorbij is.
Het is in de lente van 1945 dat het kamp wordt bevrijd door de geallieerde legers. Lucien en al zijn vrienden zijn dolgelukkig. Maar dan…

Bij het naar buiten marcheren van het kamp struikelt Lucien, een Amerikaanse soldaat denkt dat hij aangevallen wordt en opent het vuur. Lucien blijft liggen. Hij is dood.
Zijn verhaal eindigt waar het begon, in Nieuwkerke, in 1947 wordt Lucien overgebracht en herbegraven op het kerkhof van Nieuwkerke.

Deze grote coureur, winnaar Parijs Roubaix en een rit in de ronde van Frankrijk werd net geen 30 jaar. 


(Version Française) 

Pour cette première ‘histoire Belge’, je vous raconte l’histoire de Lucien Storme.
Lucien est né en 1916 dans le beau village de Nieuwkerke (Neuve-Eglise, dans les environs de Bailleul, juste de l’autre côté de la frontière.
Lucien commence à faire la course en vélo très tot. Il devient coureur dans une équipe de Lille.
En 1938 Lucien devient un des coureurs de l’équipe ‘Mercier’, c’est là qu’il aura ces plus grand succès.
Avril 1938, Lucien gagne la plus belle course de Flandre, Paris- Roubaix.
En 1939 il prend le départ du tour de France et il gagne une étape.

Tout va bien jusqu’en 1940, quand la guerre éclate.
Pendant la guerre il n’y a presque plus de courses et Lucien a besoin d’autre chose pour gagner sa vie.
Et puisqu’il connais la région entre Ypres et Lille et entre Courtrai et Dunkerque par cœur, Lucien devient contrebandier.
D’abord en vélo, puis en moto, en auto et finalement avec un camion.

C’est en conduisant ce camion qu’il se fait arrêter à Armentières en décembre 1942 par une patrouille allemande.
En mars 1943, Lucien doit comparaître en justice. Il se fait condamner et en sortant du palais de justice, il fait une tentative d’évasion.

Lucien est transporté dans un camp de prisonniers à Siegburg (en Allemagne), c’est la qu’il vit le reste de la guerre.

C’est le printemps 1945, le camp de Siegburg est libéré par les armées alliées. Lucien et ces amis sont heureux comme tout, mais là…

En marchant en colonne pour quitter le camp, Lucien tombe. Un soldat Américain pense qu’il se fait agresser et tire son fusil. Lucien reste couché, il est mort.
Son histoire se termine ou elle commença. À Neuve-Eglise, Nieuwkerke.  En 1947 Lucien est transféré et re-enterré sur le cimetière de Neuve-Eglise.
Ce grand coureur, qui a gagné Paris Roubaix et une étape du tour de France est mort, à peine 30 ans.

zondag 21 augustus 2016

Nieuw Seizoen - La Nouvelle Saison


La nouvelle saison de Goesting 
à partir du 24 août 
mercredi et vendredi de 9-10h 

Nouvelle saison avec 
- plus de vlaams 
- une histoire Belge 

Soyez à l'écoute!